Roche Écrite was ook het decor van mijn vorige blog, waarin ik op zoek ging naar de Réunionrupsvogel, lokaal "tuit-tuit" genaamd. Deze uiterst zeldzame vogel komt uitsluitend voor op de beboste flanken van Roche Écrite. Naast deze zeldzame endeem leven hier ook de meeste andere endemische vogelsoorten van het eiland. De meest opvallende is ongetwijfeld de tec-tec, ofwel de Réunionroodborsttapuit. Deze soort lijkt sterk op de roodborsttapuit die wij kennen, maar heeft onder andere een opvallende witte oogstreep. Hierdoor krijgt deze vogel een ietwat boosaardige uitstraling – voor zover je überhaupt bang kunt worden van een roodborsttapuit. Deze schattige verschijning is bovendien de meest algemene vogel in het binnenland en heeft een neus voor toeristen. Ze zijn nooit ver weg wanneer je tijdens het wandelen even pauzeert!
Roche Écrite heeft zijn naam zeker niet gestolen. Doorheen de geschiedenis ontstond de traditie om boodschappen op de rotsen aan te brengen, als een soort handtekening die aangaf dat je de top van deze 2.276 meter hoge berg had bereikt. Tegenwoordig wordt dit, onder toenemende toeristische druk, afgeraden. Deze boodschappen vormen trouwens niet de reden waarom zoveel mensen deze plek willen zien; het gaat hen om het sublieme panorama. Tenminste, als je op tijd de top bereikt. Na 9 uur beginnen traditioneel de eerste wolken vanuit de oceaan de dalen binnen te drijven. Hierdoor torent Roche Écrite al snel boven de wolkenzee uit en valt er weinig van de 1000meter lager gelegen landschap te zien.
Zelf heb ik van het beloofde uitzicht over de twee keteldalen van Salazie en Mafate weinig kunnen genieten, al vond ik ook dat het landschap in de mist de lange wandeling meer dan waard maakte. Want je komt niet zomaar op de top van deze berg.
De wandeling naar de top begint zo’n 1.200 meter lager, ofwel bij Camp Mamode, ofwel in het slaperige dorpje Dos D’Âne. Vanaf hier wandel je door verbluffende bossen tot aan een berghut. Je passeert prachtige boomvarens, metersdikke tamarins (wist je dat deze bomen tot de klaverachtigen behoren?!) en bamboebossen. En jawel, al deze boomsoorten komen uitsluitend op dit eiland voor.
Elke 10 minuten verandert de vegetatie drastisch. Je zou haast vergeten voor je voeten te kijken, zodat je niet over de talloze boomwortels struikelt
Na de berghut bereik je de boomgrens en kom je aan bij Plaine des Chicots, een vlakte vol metershoge heidestruiken, met hier en daar een eenzame, markante boom die in het gure klimaat overleeft. Hier heeft de wind vrij spel en is het klimaat extreem. Het ene moment zit je te bakken en braden in de blakende zon, waarna je plotsklaps doorweekt raakt wanneer een wolk je te pakken krijgt.
De desolaatheid van deze vlakte sprak me enorm aan. Ik heb hier vooral rondgewandeld, omringd door mist, wat het landschap alleen maar een extra dimensie gaf. Dat is het verschil tussen fotografen en toeristen: de ene wordt blij van wolken en mist, terwijl de andere de voorkeur geeft aan een stralend blauwe hemel.
Ooit werd deze vlakte bevolkt door een kudde uitgezette Javaanse herten die de boel kort hielden, met als gevolg dat heel wat lokale flora en fauna bedreigd werd. Intussen is de populatie tot enkele tientallen gedecimeerd. Het enige zoogdier dat ik op deze vlakte zag, was een dikke rat, een andere pestsoort.
Naarmate je verder wandelt, verhardt de ondergrond. Al snel loop je over vulkanische rotsen en houden planten enkel stand in de dunne gleuven. Deze weerbarstige struiken groeien traag in charismatische vormen, vooral wanneer hun takken bedekt worden door een laag mos.
De laatste foto laat Cirque de Mafate zien, een onherbergzaam keteldal waar het volgende deel van de blog over zal gaan, schemerend doorheen de voorbij drijvende wolken... 
Back to Top