Ik en de rendieren, alleen
Het is al licht als ik de volgende ochtend wakker word. Ik probeer mijn spullen zo snel mogelijk in te pakken. De dagen verstrijken in een razend tempo, dus er is geen tijd om te verliezen. “Zo snel mogelijk” is vrij relatief, want je voorbereiden op een tocht bij -20°C is iets ingewikkelder dan een zomerse wandeling. Hier is een samenvatting van mijn to-do lijst wanneer ik in de hut aankom of hem verlaat:
- Sneeuwschoenen ijs- en sneeuwvrij maken.
- Kachel aansteken
- Water uit de rivier halen/sneeuw smelten
- Mijn jassen en truien te drogen hangen
- Mijn slaapmat en slaapzak installeren
- Eten klaarmaken
- Mijn dagboek bijhouden (de route opschrijven en waarnemingen bijhouden)
- de hut schoonmaken als ik vertrek
- al mijn lagen kleding weer aantrekken
Je begrijpt nu dus zeker dat je al snel meer dan een uur kwijt bent als je 's ochtends de hut wilt verlaten.
Onder een stralende winterzon begin ik de heuvel te beklimmen. Ik word opnieuw beloond met een adembenemend uitzicht als ik boven aankom. Ik voel een enorm respect voor de natuur terwijl ik omringd word door een witte vlakte van sneeuw en ijs. Maar ik ben hier niet alleen. Talloze rendieren probeerden voedsel te vinden terwijl ze over de sneeuw lopen.